KLEINE RODE BLOEDWORM (CYATHOSTOMINAE/KLEINE STRONGYLIDEN)
Dit zijn de wormen die vandaag de dag het meest voorkomen bij paarden, ze vormen een levensgevaar voor uw paard. Volgens een in Frankrijk uitgevoerde studie in 2002 is 93% van de paarden besmet door een of meerdere ontwikkelingsstadia (volwassen wormen of larven). (3)
GROOTTE EN VORM
De volwassen wormen die soms worden waargenomen in mest zijn tot 2,5 cm lang, dun en roodkleurig.
LEVENSCYCLUS
De besmettelijke L3 larven worden ingeslikt door het paard dat graast. Ze gaan naar de dikke darm waar ze ofwel hun ontwikkeling kunnen voortzetten tot in het volwassen stadium ofwel de darmwand uithollen om zich in te kapselen. Sommige van deze ingekapselde larven zullen zich snel ontwikkelen tot L4 larven en terug in het darmkanaal gaan om volwassen te worden, maar tot 85% zal overgaan naar een slapende toestand en in de wand van de dikke darm blijven gedurende 1 tot meerdere opeenvolgende winters.
LOCATIE IN HET PAARD EN SYMPTOMEN
De volwassen wormen en sommige larvestadia leven in het lumen van de dikke darm en van de blindedarm, ze veroorzaken zelden klinische symptomen tenzij de parasitaire belasting zeer hoog is. Het vermogen van sommige larvestadia om zich in te kapselen in de wand van de dikke darm (colon en blindedarm) ligt echter aan de oorsprong van de aanzienlijke pathogeniteit van deze wormen. Enkele miljoenen van deze larven kunnen de wand van de dikke darm van uw paard bedekken en zo de opname van voedingsstoffen en water verstoren. Deze verstoring van de intestinale absorptie veroorzaakt symptomen van chronische cyathostominose: gewichtsverlies, slechte algemene toestand, aangetaste vacht, chronische kolieken, zachte mest of alleen maar verminderde prestatie.
Maar het grootste gevaar ligt in het vrijkomen van een groot aantal van deze larven dat zich meestal voordoet in de late winter. Dit massaal vrijkomen van larven ligt aan de oorsprong van een ernstige ziekte genaamd acute larvale cyathostominose. Wanneer ze uit de darmwand komen, veroorzaken de larven laesies die des te groter zijn wanneer de larven talrijk zijn. Het paard zal kolieken, diarree evenals een aanzienlijk en snel gewichtsverlies vertonen. Deze aandoening is fataal in 1 op 2 gevallen. (5)
DIAGNOSE
De aanwezigheid van volwassen kleine strongyliden wordt gemakkelijk aan het licht gebracht door een mestonderzoek. Een acute of chronische larvale cyathostominose is moeilijker te identificeren, vereist het gebruik van aanvullende testen (bloedonderzoeken, echografieën, ...) en de definitieve diagnose kan eigenlijk alleen bij autopsie worden gesteld.
BEHANDELING
Gezien de bedreiging die kleine strongyliden voor uw paard vertegenwoordigen, bevelen dierenartsen die gespecialiseerd zijn in parasitologie aan om uw paard ten minste een keer per jaar te behandelen met een ontwormingsmiddel dat doeltreffend is tegen de ingekapselde larven van kleine strongyliden (1, 7, 8, 9). Opgelet, dit is niet het geval voor alle ontwormingsmiddelen.
LEVENSCYCLUS
Paard met kolieken dat lijdt aan acute larvale cyathostominose
GETUIGENIS VAN DR. MARIANNE DEPECKER, SPECIALIST IN INWENDIGE ZIEKTEN
Dr Marianne Depecker
DMV, PhD, Dip. ECEIM
Praktiserend arts in de paardenkliniek van Conques (33)
"Cyathostominose is een veel voorkomende parasitose. Je moet er bij elk paard aan denken, ongeacht de leeftijd (van de jaarling tot het oude paard) dat een aangetaste vacht vertoont, vermagerd is, aan kolieken of aan diarree lijdt of gewoon een slechtere conditie heeft. Ik zie regelmatig paarden waarbij de klinische symptomen aanhouden, zelfs na ontworming vanwege de reeds aanwezige laesies, dus preventie is de sleutel. Het najaar (besmettingspiek) en het voorjaar (uitkomen van ingekapselde larven) zijn de meest risicovolle periodes. Een behandeling tegen ingekapselde larven is onontbeerlijk, ten minste een keer per jaar, bij elk paard dat weidegang heeft. "
1-American Association of Equine Practitioners. Parasites control guidelines. 2016.
3-Collobert-Laugier C. et al. Prevalence, abundance and site distribution of equine small strongyles in Normandy, France. Vet. Parasitol. 2002;110:77-83
5-Dowdall S.M.J. et al. Antigen-specific IgG(T) responses in natural and experimental cyathostominae infection in horses. Vet. Parasitol. 2002;160:225-242
7-Nielsen MK. Integrated parasite control - how to strike that balance. AAEP proceeding 2014
8-Nielsen MK. Sustainable equine parasite control: Perspectives and research needs. Vet Parasitol 2012; 185: 32–44.
9-http://www.haras-nationaux.fr/information/accueil-equipaedia/soins-et-prevention/prevention/vermifugation.html